Voorwoord Catalogus Pauwelsspaenjers_2011

 

 

Overzichtsexpo Modemuseum Hasselt, september 2011

 Er bestaan verschillende manieren om de objecten om ons heen te bekijken. Het kan snel en vluchtig, in een oogopslag, gewoon om de dingen te herkennen en in ons op te nemen, zoals we dagelijks doen, meestal omdat we niet meer nodig hebben… Maar het kan ook anders. Het kan trager, met meer aandacht voor detail en subtiele nuance, waarbij we bijvoorbeeld de tere huid of de strakke glans van een oppervlak waarnemen, zonder dat daarom de algemene vorm, de kleur of de grootte van het bekeken ding uit het oog verloren worden.

Bij de juwelen van het Hasselts goudsmids-duo Kitty Spaenjers en Audi Pauwels is het niet anders. De oppervlakkige, snelle kijker ziet een klassiek sieraad omdat hun werken doorgaans alle herkenbare ingrediënten van een klassiek juweel bezitten: ze zijn bijna uitsluitend gemaakt in wit of geel goud, zo goed als altijd zit er ook een edelsteen in en ze beperken zich meestal tot het klassieke type sieraad, met name de ring, het halssnoer en de oorhanger. Maar er is meer, zoveel meer… Een grondige waarneming toont dat de sieraden niet alleen zijn wat ze zijn, maar dat ze een poëtisch verhaal vertellen van schoonheid, van kennis en liefde voor het vak en van tijdloze klasse Het is een klassiek verhaal dat tegelijkertijd, binnen die beperkte en vastgeroeste grenzen, ook heel vernieuwend is, en juist daarin schuilt wat de juwelen van Kitty en Audi zo bijzonder maken.

Een constante in hun werk is dat zij steeds bijzondere aandacht schenken aan die typische ingrediënten van het sieraad. Een zetting van een steen is nooit zomaar een constructie die louter gemaakt wordt om de steen te vatten… Neen, het maakt een substantieel deel uit van het beeld en de steenzetting wordt in veel gevallen zelfs het voornaamste deel van het sieraad. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de ring XXX op bladzijde XX, waarbij een groene toermalijn gevat wordt in een wel zeer eigenzinnig opgebouwde, rechthoekige, zetting. De geel gouden ring wordt bovenaan zelf zetting en de curve van de ring herhaalt zich in een wit gouden deel dat haaks op de ring wordt geplaatst en voor het andere deel van de zetting zorgt. Dit idee werd verder uit gepuurd in XXX, een geel gouden solitaire met groene saffier. Een andere opmerkelijke zetting is te zien bij de solitaire XX op bladzijde XXX. De aquamarijn zweeft in een zetting schuin boven de ring uit, het lijkt hier bijna om een architecturaal hoogstandje te gaan. Iemand met een goed oog voor detail merkt de herhaling van de constructie onderaan in de ring. De griffen van een ring worden doorgaans zo dun mogelijk gehouden om zo de steen een maximale hoeveelheid licht te verschaffen. Deze conventie wordt in de ring XXX op bladzijde X totaal doorbroken en net zoals de vorm herhaalt ook de dikte van de ring zich in de griffen. Doordat de griffen bijna een bol omschrijven absorbeert de steen voldoende licht en ‘toont’ de zetting als een fiere eigenaar zijn steen. 

De keuze van de edelstenen gebeurt ook nooit zomaar. Steeds wordt gezocht naar de meest sprekende kleur van de soort, naar de kleur die, in combinatie met het edelmetaal van de zetting en het volledige juweel, het meest geschikte beeld oplevert. Dit zijn zo goed als nooit de zogezegd ‘juiste’ kleuren, net zoals een schilder eerder zelden de kleur rechtstreeks uit de tube gebruikt. Kitty en Audi grijpen ook nooit zomaar naar een klassieke slijpvorm, want ook de manier waarop de steen geslepen is, staat in dienst van het te vertellen verhaal. Daarnaast is de wijze waarop de stenen in het sieraad gebruikt worden, voor een goede waarnemer, niet altijd evident. De aquamarijnen in de parure van hanger, ring en oorhangers op bladzijde XX lijken op het eerste zicht gewoon in de plaat gezet. Bekijkt men de open sieraden langs de zijkant, dan wordt duidelijk dat de kleur van de steen ook nog eens gereflecteerd wordt in de gepolijste witgouden plaat van de onderkant. Het oude, klassieke kunstje om de steen feller en beter te laten reflecteren door middel van het gebruik van glanzend edelmetaal wordt hier het centrale idee van het stuk.

Bij de ring XXX op bladzijde XX waar een grote, in cabouchon geslepen, rhodoliet, omringd door een lijn diamanten, wordt het zelfs problematisch om te achterhalen waar het verschil zit met een klassieker. Een rationele ontleding toont aan dat alle conventionele onderdelen aanwezig zijn: een edelmetalen ring met bovenaan een centrale steen omringd door een reeks kleinere diamantjes. Toch is dit verre van een traditioneel sieraad. Door de combinatie van de klassieke materialen en de afwijkende verhoudingen balanceert de ring perfect op de grens tussen wat we kennen en het ongewone. Het sieraad doet ons twijfelen en spreekt ons aan op het gevoel, waaruit opnieuw het meesterschap van Kitty en Audi blijkt.

Ondanks de trend dat binnen de hedendaagse juweelkunst ‘draagbaarheid’ als een rekbaar begrip wordt gezien, zweren Kitty en Audi voor onvoorwaardelijke draagbaarheid, zonder daarom enige vormelijke of inhoudelijke toegevingen te doen. Het functionele aspect en de uiteindelijke drager van het juweel staan centraal, het gaat immers om sieraden en die komen best tot hun recht op een vinger, rond een hals of aan het oor. Het functionele deel van een sieraad wordt in bepaalde gevallen zelfs zo uitvergroot, zoals in de speld XXX op bladzijde XX, zodat functie en vorm als het ware samenvallen.

Kitty en Audi studeerden beiden in de tweede helft van de jaren 80 aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen en het is onmiskenbaar dat ook zij kinderen van hun tijd zijn, of beter gezegd waren. Dit wordt duidelijk door hun veelvuldig gebruik van doordachte constructies, zoals bij een zetting van een steen of bij het integreren van een sluiting in een halssnoer of broche. Het rationele benadrukken van die constructie en van de verschillende onderdelen ervan zijn bijna typische eigenschappen van de juwelen die zij in het begin van hun carrière maakten. Niets gebeurt zomaar en elk onderdeel heeft zijn functie, zowel praktisch, functioneel als visueel. Bovendien is nergens een spoor van ‘nutteloze’ versieringen op te merken. Maar, zoals het goede ontwerpers betaamt is ook bij Kitty en Audi een duidelijk evolutie merkbaar. Vormen worden nog meer uit gepuurd en het super strakke, bijna hightech designuit hun beginperiode evolueerde ondertussen naar een meer organische, maar daarom niet minder doordachte, vormgeving.

Deze ontwikkeling is zeker terug te vinden in de ring XX op bladzijde XX. Hier gaat het niet meer om een samenstelling van verschillende vormen en onderdelen maar zowel het lichaam van de ring, de zetting en de verbinding ertussen werden uit één blok was gesneden, waaruit de sculpturale kwaliteiten van het Hasselts ontwerpersduo duidelijk aangetoond worden. Nadien werd het wassen model in goud gegoten, net zoals een beeldhouwer te werk gaat. De ongewone keuze voor een ovale zetting waarin dan een ronde steen wordt gevat is ook hier op zijn minst verrassend.

Het oeuvre van Kitty en Audi mag, na 20 jaar samenwerking in hun atelier/ winkel in de Maastrichterstraat, gerust indrukwekkend genoemd worden. Het omvat ondertussen meer dan 250 ontwerpen waarvan in deze catalogus, die uitgegeven werd naar aanleiding van de overzichtstentoonstelling in het Modemuseum in Hasselt, een selectie getoond wordt.

David Huycke, 2011.